‘Zo, die hebben we’, zei Annemarie Haverkamp zaterdag 28 november trots in de Grote Kerk in Harlingen. Ze ontving de Anton Wachterprijs voor haar boek De achtste dag.
De prijs wordt elke twee jaar uitgereikt voor de beste debuutroman. Uit het juryrapport. “Annemarie Haverkamp weet zich in haar debuut te profileren als een auteur die een dilemma of drama verfijnd en subtiel voor het voetlicht weet te te krijgen. Zonder larmoyant te worden schetst zij in acht dagen de problemen van de ongeneeslijk zieke vader. Sinds de dood van zijn vrouw, een voormalig balletdanseres, draagt timmerman Egbert Tol de zorg voor zijn zwaar gehandicapte zoon. Hij doet dat met liefde, humor en grote vindingrijkheid. Een onmogelijk zwaar thema, maar beheerst en met groot vakmanschap geschilderd. Tederheid en harde werkelijkheid gaan hand in hand.”
Simon Vestdijk
De prijs bestaat uit een geldbedrag van tweeduizend euro en een beeldje van Anton Wachter, een romanpersonage van Simon Vestdijk. Vestdijk woonde en werkte in Harlingen. De stad kwam veelvuldig terug in zijn romans.
Eerdere winnaars zijn onder meer Frans Kellendonk, Tessa de Loo, A.F.Th. van der Heiden, Ilja Leonard Pfeijffer en Maartje Wortel.
Annemarie Haverkamp won in 2019 ook al de Bronzen Uil voor haar boek De achtste dag. Dat is de Belgische prijs voor de beste Nederlandstalige debuutroman.
In haar dankwoord in de Grote Kerk in Harlingen beloofde Haverkamp dat een volgende roman niet lang op zich zou laten wachten en prees ze de waarde van literatuur in onzekere tijden. “Wat is er fijner dan ’s avonds met een boek onder de dekens te kruipen. Laat het nieuws het nieuws maar zijn. Laat die politici elkaar de tent maar uit vechten, laat het virus maar rondwaren. Dat gebeurt allemaal toch wel. Het boek is de ultieme vlucht.”
Bekijk hier de video van de prijsuitreiking op 28 november.